vrijdag 9 juni 2017

Die Alp van Ez

'Volgend jaar  loop ik hem op!' Goed; denken is één ding, zeggen is twee, maar doen is nogaltijd drie.
Vorig jaar stond ik met mijn kale kop in bocht vijf, nog midden in de chemo's. Naar boven gebracht met een auto, omdat ik zover niet kon lopen. Ik kon nog net tot het eind van de straat, en dat was het wel zo'n beetje. Nu is het dus volgend jaar, en dus ga ik hem lopen. Die berg. Die 21 bochten. Hoe ik dat precies moet gaan doen? Ik heb geen idee.

'Heb je van tevoren getraind?' 'Mwah, ik heb gewerkt aan mijn basisconditie,' Als die goed is, denk ik optimistisch, dan moet het met die berg ook wel lukken. Ik ben van ver gekomen. In april ben ik vrijgelaten door mijn revalidatiefysio, en nu doe ik praktisch alles weer, nou ja, probeer ik tenminste. Af en toe kom ik mezelf nog best wel eens tegen, en valt al het moeten me nog best wel eens zwaar. Maar goed, ik ben er nog, en ik vind al met al dat ik zeker niet mag klagen.
Een medische keuring, toch nog even spannend, goed gekeurd. Heb ik ingelopen wandelschoenen?
Oh ja sponsoring voor het goede doel. We geven een feestje, om het leven te vieren.
Het Brabants Dagblad schrijft een mooi artikel over mijn deelname.
En zo komt die eerste juni steeds dichterbij.

We gaan weer met Citronella, met nieuwe gereviseerde versnellingsbak, dit keer niet afgesleept, en arriveren in Bourg d' Oisans, genesteld tussen de imposante bergen. Een kampeerplekje in de tuin. Één keer per jaar wordt het dorp compleet overgenomen door Nederlanders. Met zijn allen op de 'Nederlandse berg', met zijn allen voor dat ene doel. Niemand meer dood aan kanker.
Het zorgt voor een unieke, opgewekte, maar toch ook beladen sfeer. De spandoeken, met daarop quotes en portretten van hen die het niet mochten navertellen, laat ik niet teveel tot me doordringen.

We schrijven een kaarsje voor wie we missen, en wie we een steuntje in de rug willen geven. Een vlaggetje, met daarop een wens om te verwaaien in de wind bij de finish. Lees maar niet wat iedereen schrijft, iedereen kent wel iemand, of is zelf iemand. Er is niemand zonder verhaal.

Ik sta die eerste juni met een knoop in mijn maag beneden aan de start. Startnummer 50. Kan ik dit?
Gelukkig start ik niet alleen, ik loop met lieve vrienden. Maar dan de ene voet voor de andere, en ik stap gedurig door. Na een paar bochten loop ik alleen. Mijn tempo lag wat te hoog. Het weer is goed, niet te warm. De kaarsjes in de bochten flakkeren. Mensen delen stukjes stroopwafel, pannenkoek, banaan uit. Water. Roepen je naam.

Sommige bochten met muziek, sommige met stilte. Veel met een schitterend uitzicht. Niet vergeten te genieten. Ik ga niet zitten. Ik moet naar boven. Elke stap is er een.
Ik nader bocht vijf, en even krijg ik het te kwaad, ik ben blij met mijn zonnebril. Dit kon ik vorig jaar niet, hier kon ik op eigen kracht niet komen. En nu ben ik hier. Zelf, door mijn eigen voeten gedragen. Het voelt als een overwinning. Maar op wat weet ik eigenlijk niet. Misschien op het lot, op lijdzaamheid, op je ergens bij neerleggen. Op jezelf, op die rotziekte. Op iedereen die aan jou of je motivatie twijfelt.

Gauw door, er wachten nog wat bochten, die spreekwoordelijke laatste loodjes. Ik heb de wind in de rug, spreekwoordelijk dan. De weg slingert zich door het dorpje Huez, muziek, drukte langs de kant. Wapperende vlaggetjes, mijn naam wordt geroepen, ik zie niks, ik hoor niks, ik loop.

Ik ben er. Het is me gelukt.










Geen opmerkingen:

Een reactie posten