vrijdag 22 april 2016

Taboe

Kanker is een taboe en vrouwelijke kaalheid trouwens ook.
Tenminste dat zegt men. Ik ben niet zo goed in taboes. Heb er gewoon niet zo'n oog voor. En ik klos er dan op mijn klompen, danwel naaldhakken, vrolijk doorheen. Om danverbaasd op te kijken, van euh, is er dan iets mee dan? Noem het naïviteit. Of aardiger. Onbevangenheid.

En toen kreeg ik kanker.
Werd ik kaal.
En ik had al zo eens mijn strubbelingetjes met fertiliteit.

Dat zijn dus van die dingetjes 'waar men niet over praat'. 

Taboes.

Blijkbaar.

Nou, ik dus wel. Ik praat er dus wel over.

Ik snap het dan ook echt niet. 
Waarom zou je niet mogen praten over kanker, ook wel aangeduid met het eufimistische 'K' en diverse 
andere, onzinnige, omhalen. 

Het is gewoon een ziekte. Je hoeft er niet perse aan dood te gaan, maar dat kan nog steeds wel. Het is niet besmettelijk. Er rust geen vloek op. Het is gewoon zoals het is. En het gaat nu eenmaal niet weg door er over te zwijgen.

Enerzijds snap ik het wel. Het praten over kanker confronteert mensen met hun eigen angsten. Het is trouwens best eng om met je eigen uiterste houdbaarheidsdatum te worden geconfronteerd. Best eng? Het is doodeng, letterlijk. Zeker als die uiterste houdbaarheidsdatum ineens een stuk dichterbij lijkt te komen, dan jij die in je hoofd had. Maar er verandert helemaal niks door het te negeren. Je kunt toch moeilijk met oogkleppen door het leven gaan.

Er is nu eenmaal kanker in de wereld, en we gaan allemaal een keer dood. De een wat eerder dan de ander, de ander wat onverwachter dan de ene. En ondertussen gaat het leven gewoon door. En kunnen we het maar beter omarmen. Die ziekte, en die angst. Omdat die in alle openheid heel wat beter te dragen zijn dan in eenzaamheid.

En daar loop ik dan, met mijn kale hoofd, als de zon schijnt, ook buiten. Wel even aan die factor 50 denken, huidkanker als bonus is ook zo wat. Een kaal hoofd springt natuurlijk nogal in het oog. Zeker een vrouwelijk kaal hoofd. Oei. Het is in eens wel heel erg zichtbaar. Mensen schrikken als ze me zien. Dat voel je.


Het is een angst die in ieders hoofd zit. Ook in het mijne. 

Wat zullen ze wel niet denken?

Nou. en.

Natuurlijk denken mensen van alles.
En natuurlijk vinden mensen van alles
En er zijn natuurlijk altijd mensen die het helemaal niks vinden
Zoals er ook hele volksstammen zijn die het helemaal geweldig vinden.

Maar maakt het nu feitelijk wat uit? Wat mensen vinden.
Het gaat er toch om wat je zelf vindt. Waar jij je zelf in herkent. En welke keuze je ook maakt. Je gaat reacties krijgen. En dat is okee. Want als je je moet druk maken om wat iedereen wel of niet denkt, dan kan je wel bezig blijven.En dat kost me een bult energie en dat is nou precies wat ik niet heb, zo'n bult energie. (Als iemand er één over heeft, graag!)

En dus ga ik gewoon kaal door het leven. En het is goed zo. En al is het werkelijk mijn allerlaatste keus qua kapsel. Het staat me ook nog. Ik heb blijkbaar naast een hoeden- en een brillenhoofd, dus ook een geen-haarhoofd. Weet ik dat ook weer.

Oh en hoe het voelt om ineens 'en plein public' kaal te verschijnen? Nou, het is dus echt doodeng. Enger dan topless zonnen. Naakter, kwetsbaarder. Maar je haalt even diep adem en dan valt het allemaal mee. Mensen reageren niet raar. Gesprekken gaan gewoon door en het plafond stort niet in.
Ach ja mensen wennen er maar aan, aan Ezra-met-zonder-haar. Zelf heb ik er nog het hardst aan moeten wennen. Het is nu eenmaal wie ik nu ben, zonder camouflagecavia maar met een beetje boel make-up. 

En taboe? Dat woord komt dus blijkbaar uit Polynesië. Ik heb het even opgezocht. Een Tongaans woord voor ongepaste zaken. Mwah. Ik associeer Polynesië met tropische stranden, fruitige cocktails en hagelwitte stranden, oh ja en met koppensnellers, maar dat klinkt nu eenmaal wat minder gezellig dan een pina colada.









woensdag 13 april 2016

Schilderen op nummer

Het bestaat nog. Ik heb het even gegoogeld. Schilderen op nummer. Het fascineerde me mateloos als kind, maar wat je er nou precies mee moest, dat wist ik eigenlijk ook niet, en ook nu moet ik eigenlijk het antwoord schuldig blijven. Het wordt geproduceerd door zo'n grote spelletjesfabrikant, die van memory en zo. Ook zo'n leuke trouwens, als je het dan toch over de effecten van chemo hebt.

 Euh tja, waar hadden we het ook al weer over? Ach ja, een chemograpje zo op zijn tijd mag toch wel.

Oh ja, schilderen op nummer dus. Dat gevoel bekruipt me wel eens als ik 's ochtends voor de spiegel zit. Zit ja, want dan kan ik lekker dicht op die vergrootspiegel kruipen, dat is nodig, ik zie namelijk geen klap zonder bril en  anders wordt het wel heel erg Picasso op mijn gezicht. 
Het is een krijtwit canvas dat me aanstaart in de badkamerspiegel en om er dan toch iets van te maken, haal ik de complete verfdoos van stal. 

Want ja, als ik mezelf in de spiegel zie, wil ik toch graag mezelf zien, de vrouw die ik was, nog steeds ben, maar die toch enigszins gehavend is door het pad dat ze moet gaan. Ik wil niet die patiënt zien. Ik wil daarnaast ook dat anderen mij zien, zoals ik ben, en niet alleen wat ik toevallig heb. Ik ben nu eenmaal niet mijn ziekte en ben ook zeker niet van plan die te worden.

Natuurlijk, ik ben hartstikke kaal en het boeit me om eerlijk te zijn maar matig als mensen me kaal zien, maar kaal zijn heeft natuurlijk wel wat invloed op je verschijning. Je krijgt al snel zo'n chemohoofd, en het feit dat je wenkbrauwen en wimpers deserteren, werkt natuurlijk niet echt in je uiterlijke voordeel.

Dus, de tijd die je wint omdat je je haar niet hoeft te doen, ben je weer ruimschoots kwijt bij het opschilderen van je gezicht. Met een beetje oogschaduw en lipstick ben je 
er niet. Er moeten zwaardere middelen aan te pas komen. Concealer, oftewel de goede oude camouflagestift, foundation voor het betere pleisterwerk, eyeliner, want ja die wimpers, oogschaduw voor een heldere blik blusher voor de fris en fruitige look en lipstick voor de broodnodige accenten. Maar dan staat er  ook wel een Kunstwerk. In elk geval een stuk origineler dan die van het schilderen op nummer. En ja, als ik dan iemand tegen kom, dan zegt men: wat zie je er goed uit, in plaats van een lief doch meewarig 'och meid, hoe gaat het toch met je'.
Het kost je een uurtje 's ochtends, maar dan heb je ook wat!

dinsdag 5 april 2016

Doseren moet je leren

Ha, lente! Het weer wordt beter, het is weer langer licht, en ik heb, naast een zeer minimalistisch voorjaarskapsel, ook weer wat meer energie.
Het was aan mijn bloedwaarden te zien zeg maar, blijkbaar had ik op enig moment ergens tegen bloedarmoede aangezeten, maar nu scoor ik gelukkig weer nette cijfers. Niet dat ik er zelf echt veel invloed op heb, toch voelt het haast als een goed rapport van school. Volgens de oncologisch verpleegkundige zou ik wel aan mijn energie niveau merken. Nou dat klopt wel. Als kan ik nog steeds geen marathon lopen, maar om eerlijk te zijn, dat kon ik voor ik ziek was ook niet. 
Energie is is wel een dingetje als je kanker hebt. Wat als kankerpatiënt ben je nogal vaak moe. Dat komt niet perse door de ziekte zelf, maar met name door de behandelingen, en vlak vooral ook de elementen stress, spanning, emotie en zorgen niet uit. Er komt nou eenmaal heel wat op je af als je kanker hebt, je lijf en je hoofd hebben het druk. En jij moet het doen, hoeveel lieve mensen er ook om je heen staan.
De nieuwe kuur, ik heb nu drie afleveringen van de twaalfdelige serie achter de rug, is in elk geval een stuk milder in zijn bijwerkingen, dan de vorige. En dat is, in mijn geval, echt een verademing. Je vindt je zelf weer een beetje terug, en dat is erg fijn. Maar, ook wel weer verraderlijk, want stiekem is die energie reserve ook weer niet erg groot. En dan denk je, ik wil dit, en ik wil dat, oh ja en ook nog dat eventjes doen en...euh ja, dan fluit het lijf je even heel hard terug. Even zitten. Of het is gewoon klaar voor vandaag. Terug in je hok jij. Af. 

Dat is niet fijn. 
Het is ook ineens. Niet geleidelijk aan moe, maar patsboem op.
Dan kan je nog zoveel willen, het maakt niks uit.

Doseren moet je leren.
Even nadenken. Soms even pas op de plaats. Vaak even nadenken, wat wil ik vandaag. En wat moet ik dan laten.

Ook gewoon maar accepteren. Dat het niet allemaal kan of lukt. 
Want veel lukt er al weer wel. Elke dag een hanetreedje meer, en stapje voor stap kom ik er wel.

En die marathon, mwah die laat ik voorlopig maar voor wat ie is, ik geloof dat ik op dit moment geen uitdagingen te kort kom!